Er leven veel zorgen bij energie-intensieve industriebedrijven over de verschillende hindernissen voor de energietransitie, zoals netcongestie en de trage vergunningverlening.’ Dat en meer blijkt uit een quickscan ‘Klimaatbeleid in de industrie’ van VNO-NCW onder 139 van de grootste energie-intensieve industriebedrijven naar hun verduurzamingsplannen.
Een ruime meerderheid (87%) van de geraadpleegde bedrijven heeft hun investeringsplannen om te verduurzamen afgerond, of werkt die momenteel nog uit. De omvang van de noodzakelijke duurzaamheidsinvesteringen tot 2030 is gemiddeld 175 miljoen euro per bedrijf, met uitschieters naar miljarden euro’s. De meeste bedrijven verwachten over hun plannen uiterlijk in 2027 definitieve investeringsbeslissingen te nemen. Ondertussen zitten de ondernemingen niet stil. Zo nam 70% sinds juli 2021 (toen de energieprijzen gingen stijgen) al maatregelen om zuiniger en efficiënter met energie om te gaan.
In hun verduurzamingsplannen zetten de bedrijven massaal in op het verbeteren van energie-efficiëntie (88%) én de elektrificatie van hun processen (81%). Voor dit laatste is netcongestie – geen nieuwe of zwaardere aansluiting kunnen krijgen op het stroomnet – wel een steeds groter issue, zo wordt duidelijk uit de antwoorden. Verder willen ondernemingen hun CO2-reductie realiseren door het verduurzamen van hun energiegebruik (76%); de helft kiest hierbij voor eigen hernieuwbare opwek. Ook zetten de bedrijven in hun reductieplannen flink in op circulariteit. Om minder afhankelijk te worden van bijvoorbeeld fossiele grondstoffen uit andere werelddelen en om een duurzame voorsprong te nemen, neemt de helft (49%) inmiddels stappen richting circulaire ketens en producten.
87% van de industriële bedrijven noemt in de quickscan de vertraagde aanleg van (nieuwe) energie-infrastructuur (incl. de problemen met netcongestie) een groot probleem. Daar komt onzekerheid over vergunningverlening bij (voor ca. 65% van de bedrijven is dat een issue). De afhankelijkheid van het moederbedrijf voor de definitieve investeringsbeslissingen speelt een rol bij 43% van de bedrijven (bij een meerderheid bevindt het moederbedrijf zich in het buitenland). Het vestigingsklimaat wordt door vier op de tien (37%) aangehaald als een reden tot zorg, waardoor duurzame investeringen misschien in andere landen gaan plaatsvinden. In de nadere toelichting geven tientallen bedrijven aan dat met name de gestegen kosten voor gebruik van het elektriciteitsnet en de hoogte van de (energie)belasting, vergeleken met andere (Europese) landen, de businesscases hier negatief beïnvloedt. Dat technologie nog niet (of onvoldoende) beschikbaar is als hindernis, is voor vier op de tien bedrijven (37%) een barrière.
Begin 2024 deed VNO-NCW een quickscan onder leden uit de industrie waar zij staan met hun klimaatbeleid en welke kansen en belemmeringen zij zien bij de verduurzaming van hun bedrijfsprocessen. De doelgroep bestond uit alle ETS-bedrijven (331) in NL en grote bedrijven (niet-ETS) binnen industriebranches. Uiteindelijk deden 139 grote industriebedrijven mee aan dit onderzoek. Van deze 139 kwamen er 84 uit het zogeheten zesde cluster en zijn verspreid over heel Nederland (papier, glas, voedingsmiddelen, enz.). De rest van de deelnemers komt uit een van de vijf grote industrieclusters in de IJmond, Delfzijl, Rotterdam/Moerdijk, Zeeland en Zuid-Limburg, met veel chemie en metaalbedrijven. De gemiddelde jaaromzet per bedrijf is 609 miljoen euro, het gemiddeld aantal werknemers in dienst 760. Van de deelnemers vallen er 82 -naast het emissiehandelssysteem (ETS)- ook onder de nationale CO2-heffing (57 niet).
Zie voor meer informatie deze publicatie of kijk op www.industrieaanbodaannederland.nl. Hier vind je ook een uitgebreide videoreportage (De Groene Ladder) met wat er allemaal gebeurt in de industrie momenteel om te verduurzamen.
Neem dan contact op met Tijmen Bergen, Manager Communicatie VNO-NCW Brabant Zeeland, via bergen@vnoncwbrabantzeeland.nl