Twee op de drie Nederlanders is werkzaam in het mkb. Daarmee is die categorie bedrijven van groot belang voor Nederland. Zoveel banen aanbieden aan zoveel mensen brengt echter heel wat uitdagingen met zich mee. Voor de vierde Groeien met Grenzen Dialoog bezoeken we daarom Eco Steam and Heating in Tilburg, een toonaangevend familiebedrijf onder leiding van Natasja Leijser. Zoals gebruikelijk sluit ook een burgemeester aan, dit keer Theo Weterings, die bezig is aan zijn tweede termijn als burgemeester van Tilburg.
Net als de rest van ondernemend Nederland maakt ook Leijser zich zorgen over de uitdagingen voor het bedrijfsleven. Haar bedrijf, in 1983 door haar vader opgericht, draait al drie decennia als een tierelier. Alleen zijn voor Leijser en co de grenzen inmiddels in zicht, vertelt ze.
Onze samenleving vraagt om perspectief en dialoog. We staan voor grote uitdagingen en zitten vast. Voor oplossingen moeten we samenwerken, grenzen overstijgen en creatief zijn. Met de Groeien met grenzendialoog neemt VNO-NCW Brabant Zeeland het initiatief.
In deze serie gesprekken tussen bedrijfsleven en overheid bouwen wij bruggen. Om elkaars perspectief te zien en te ontdekken wat wél mogelijk is. Als eerste partij zetten wij ondernemers en burgemeesters op deze manier met elkaar aan tafel. Want we zien dat het tijd is voor andere oplossingen een andere aanpak en een ander gesprek dan dat we tot nu toe gewend zijn.
Die Tilburgse identiteit komt veelvuldig naar voren en wordt fanatiek door Eco Steam and Heating bewaakt. Op wat voor manier? “Door zoveel mogelijk met lokale partijen te werken,” vertelt Leijser. Op deze manier stimuleert haar bedrijf direct en indirect de lokale economie. Klinkt als muziek in de oren, toch burgemeester? “Ik ben heel blij als ondernemers zeggen dat ze hier willen groeien. En als dat niet kan, dan bekijken we wat wél kan. Mijn ambitie is zorgen dat er in Tilburg voldoende werkgelegenheid blijft en tegelijkertijd ruimte is voor bedrijven die willen groeien. Daarbij willen we hoofdzakelijk faciliteren in de nabijheid. Ik hoop dat ondernemers voelen dat daar altijd ruimte voor is. Dat ze pas ergens anders gaan kijken nádat ze met ons hebben gesproken.”
De burgemeester vindt die faciliterende rol erg belangrijk in zijn functie. “Ons beleid is bij uitstek servicegericht op het bedrijfsleven. Ik ken meer ondernemers zoals Natasja die willen groeien in Tilburg. We denken dan graag mee hoe we dat mogelijk kunnen maken.” Leijser beaamt dat de gemeente in Tilburg haar handen uit de mouwen steekt. “Ze hebben mij proactief benaderd in verband met een vraag over ruimte die ik had neergelegd bij een wethouder (Bas van der Pol, red.). Alleen denk ik dat we onze ogen niet moeten sluiten voor het feit dat we hier met veel mkb-ondernemers te maken hebben.”
In de bres voor het mkb
Leijser springt daarmee in de bres voor het mkb en benadrukt dat het mkb een andere aanpak nodig heeft. “Inmiddels weet ik wat mijn netwerk waard is en hoe ik het moet gebruiken. Maar toen ik zeventien jaar geleden begon, had ik geen flauw benul. Om dan je weg te vinden naar alle verschillende afdelingen, mocht je een vraag hebben. Ik vraag me af of (startende) ondernemers weten waar ze aan moeten kloppen.”
Die zorg deelt de burgemeester. “Ik herken het probleem, zeker voor kleinere ondernemers en starters.” Tegelijk stipt hij aan dat ondernemers zelf actie moeten nemen. “We moeten elkaar helpen: ondernemers onderling en wij als gemeente. Sommige ondernemers hanteren net zo lang een methode totdat die mislukt en kijken dan pas om zich heen voor hulp. Alleen kunnen wij pas echt helpen op het moment dat je die vraag daadwerkelijk stelt. En dan investeren we ook behoorlijk wat tijd in helpen. Het kan natuurlijk altijd beter, een tien zullen we ook nooit halen want Tilburgers zullen altijd wat hebben om over te mauwen,” knipoogt de burgemeester in plat Tilburgs dialect.
“Maar kijkend naar de cijfers die ondernemend Tilburg momenteel geeft voor de dienstverlening van onze gemeente ten opzichte van een decennium geleden, dan zien we een stijgende lijn.” Leijser kan zich daarin vinden. “Tilburgers zullen niet snel zeggen dat het goed is, maar het gaat wel de goede kant op.”
Dat klinkt bemoedigend, toch loopt niet alles momenteel op rolletjes. De brug tussen het onderwijs en bedrijfsleven is een aandachtspunt benoemt Leijser. “Dat is een overkoepelend probleem voor elke ondernemer,” begint Leijser. Vervolgens krabt ze zich nog eens achter de oren en zet ze haar woorden kracht bij. “Voor de technische sector is het wel – grof gezegd – een drama. Alleen wij al hebben dagelijks 50 man personeel over de vloer, waarvan er maar 24 op de loonlijst staan. De rest werkt via uitzendbureaus of andere partijen en dat zijn vaak internationale medewerkers. En die hebben we ook gewoon nodig om het potentieel uit de regio te halen.”
Hier haakt Weterings op in. “Demografisch heeft Nederland een probleem. Sinds kort telt Nederland achttien miljoen inwoners, maar dat komt voornamelijk door migratie. Internationale medewerkers maken gewoon deel uit van de toekomst. Als je statushouders of mensen uit Oekraïne aan een baan kan helpen, help je naast jezelf ook de samenleving.”
Maar dat is niet het enige punt waar kansen liggen, somt Weterings op. Herontwikkeling van bedrijventerreinen biedt veel kansen, legt hij uit.
Daar kan Leijser zich wel in vinden, maar toch vindt ze dat gemeente en bedrijfsleven meer gebruik van elkaar moeten maken. “Leer elkaars taal spreken. Ook gemeentes; ga eerst eens langs bij bedrijven om te bekijken wat er speelt voordat beleid bepaalt waarvan nog maar moet blijken hoe het in praktijk gebracht kan worden. Bovendien is Tilburg een gemeente met veel mkb en zij hebben behoefte aan een faciliterende overheid. Als mkb-ondernemer moet je overal van op de hoogte zijn. Van HR en belasting tot de omgevingsdienst. Het is dan fijn dat de weg naar de gemeente makkelijk gevonden kan worden. Bijvoorbeeld waar je moet zijn als je extra ruimte nodig hebt en waar moet ik in dat geval allemaal aan denken?”
Weterings geeft aan dat hij graag meedenkt over potentiële ruimte voor het bedrijfsleven, samen met de groep ondernemers op Loven, Kraaiven en Vossenberg wordt die stap al gezet, hij hoopt dat er ook ondernemers op andere bedrijventerreinen opstaan. “Wethouder van der Pol is gestart met een programma voor de revitalisering van bedrijventerreinen. Samen met ondernemers bekijken we wat nodig is om terreinen toekomstbestendig te maken. Het gesprek over beschikbare ruimte en creatief schuiven hoort daar vanzelfsprekend bij. Samen weten we immers meer dan ieder alleen. ”
Volgens Weterings kan deze vertegenwoordiging wel eens het verschil maken op lokaal niveau, door een concrete brug te vormen tussen bedrijfsleven en gemeente. “Ik nodig de ondernemers op de Tilburgse bedrijventerreinen van harte uit om samen met ons de noodzakelijke ontwikkelingen vorm te geven.”
Daar ziet Leijser wel heil in, al heeft ze duidelijk voor ogen hoe zo’n afspraak in werking zou moeten gaan. “Je zult ondernemers ook gemotiveerd moeten houden als je ze aan tafel hebt. Die hebben namelijk genoeg te doen. Dus als je ze als burgemeester aan tafel hebt, dan moet je ze ook wel concreet iets bieden. Want als je dat niet doet, raken ze gedemotiveerd.”
Die uitleg snapt de burgemeester en hij wil daar ook gehoor aan geven. “Ik kan de regels niet wegnemen, maar ik kan er wel over praten hoe ze toepasbaar zijn. We blijven praten in mogelijkheden. Als iets niet kan, willen we de focus leggen op wat er wel kan.”
Neem contact op met Tijmen Bergen, manager communicatie, bergen@vnoncwbrabantzeeland.nl, 06-59922422.