Jan van Mourik, manager belangenbehartiging VNO-NCW Brabant Zeeland
De recente stikstofbrief van minister Van der Wal doet veel stof opwaaien. Het is duidelijk dat het draagvlak in de samenleving voor haar aanpak van de veehouderij op zijn zachtst gezegd een “punt van zorg” is.
Van de kant van het bedrijfsleven is de reactie veel minder heftig. Dat komt omdat in de benadering van de minister voor het eerst onderscheid wordt gemaakt tussen de twee stikstofsoorten: ammoniak, deze ontstaat in de veehouderij, en stikstofoxide, dat vrijkomt bij verbranding van fossiele brandstoffen. In onze ogen is dat terecht, omdat ammoniak gemiddeld maar 300 km ver komt en stikstofoxide veel verder, gemiddeld 1000 km, neerslaat.
Voor stikstofoxide stelt de minister een generieke, ofwel een nationale aanpak voor. Wat ons betreft zou die aanpak over de grenzen moeten gaan, internationaal, en opgaan in de discussie over de energietransitie (waar CO2 vermindering onder valt). Voor stikstof uit ammoniak is er een kaart van Nederland gemaakt met gedetailleerde reductiedoelstellingen per gebied. Vooral dát kaartje roept veel vragen op. Zoals waarom je gebieden in bijvoorbeeld Zeeland, waar beduidend minder veeboeren actief zijn, een forse taakstelling zou opleggen? Het is overigens aan de provincies om het beleid van de minister verder uit te werken, en daar krijgen ze een jaar voor.
Wij hebben via onze “moeder” VNO-NCW aandacht gevraagd voor de acute noodzaak om te kunnen beschikken over ontwikkelruimte voor de bouw van woningen en bedrijven en aanleggen van infra. Die benodigde ontwikkelruimte is er nu niet en dat zet een rem op tal van nieuwe ontwikkelingen. Paradoxaal treft dat ook bedrijven die milieutechnische innovaties willen toepassen… Daarom spreken wij nog steeds van een stikstofimpasse en dringen we er bij onze regering op aan daar zo snel mogelijk een einde aan te maken.
Dat geluid dreigt nu weer te worden overstemd door de felle discussie tussen het kabinet en de veehouderij over de omvang van hun bijdrage aan verlaging van de uitstoot van stikstof (lees: ammoniak). De uitkomst van deze discussie is overigens cruciaal voor de Brabantse economie, waar de veehouderij een verhoudingsgewijs grote rol in speelt. Onze vereniging is betrokken bij het gesprek over de vraag of de lagere uitstoot kan worden bereikt via een kleinere veestapel, of via schonere stallen.
Zo leveren wij namens de veehouderij een actieve bijdrage aan de taskforce toekomstbestendige stallen, die inzet op versnelde invoer van nieuwe, schonere en dus duurzamere stallen. Dat doen we samen met de provincie Noord-Brabant, ZLTO en FME. In onze ogen is vooral stalverbetering de aangewezen weg om de stikstofuitstoot daadwerkelijk terug te dringen.
Voor een meer diepgaand artikel verwijs ik graag naar mijn eerdere publicatie Stikstof, weg uit de impasse. Dit boekje biedt snel de informatie om meer te weten te komen waar de stikstofcrisis over gaat, wat de gevolgen dreigen te zijn voor het bedrijfsleven en natuurlijk wat VNO-NCW Brabant Zeeland doet om ervoor te zorgen dat het belang van het bedrijfsleven wordt meegenomen.
Jan van Mourik,
manager belangenbehartiging VNO-NCW Brabant Zeeland
e-mail: mourik@vnoncwbrabantzeeland.nl