Pensioenfondsen staan er iets beter voor dan een jaar geleden | Aon

Na stijging van de rente in de eerste helft van het jaar, kantelt het beeld in de zomer. De verhoogde renteafdekking van de fondsen houdt de dekkingsgraad in stand.

– 2024 stond volledig in het teken van de Wet toekomst pensioenen: transitieplannen opgesteld; veel berekeningen en complexiteit aan de kant van de fondsen

– Beperkte indexatie pensioenfondsen per 1 januari 2025

Het pensioenvermogen steeg in 2024 en de verplichtingen bleven grofweg gelijk. De eerste helft van het jaar steeg de rente, daarna kantelde het beeld, waarna de laatste maand van het jaar ook weer een stijging liet zien. De verhoogde renteafdekking van de fondsen hield de dekkingsgraad in stand. De indicatieve* gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in 2024 gestegen van 115% naar 116%. Door de positieve beleggingsrendementen nam het vermogen van pensioenfondsen toe in 2024. Over het gehele jaar 2024 daalde per saldo de rente.

Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.

De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, daalde in 2024 van 118% naar 117%. Net als in 2023 kunnen veel pensioenfondsen over 2024 indexaties toekennen. De indexaties per 1 januari 2025 zullen minder fors zijn dan voorgaand jaar, omdat pensioenfondsen rekening houden met de transitie naar het nieuwe stelsel. Weinig fondsen maken gebruik van het transitie-FTK dat verruimde toeslagmogelijkheden biedt.

Zeer goed jaar voor beleggingen
2024 was een goed jaar voor de aandelenmarkten, met name door de technologische vooruitgang en stimuleringspakketten. De herverkiezing van Trump en zijn handelstarieven zorgden voor volatiliteit, terwijl de inflatie daalde maar in Nederland nog relatief hoog bleef. Centrale banken verlaagden de rente, wat bijdroeg aan een positief beleggingsklimaat

Op de vastrentende markten zorgden de dalende rente en creditspreads voor een positief rendement. Zo behaalden credits, high yield en emerging market debt allen positieve rendementen van respectievelijk 5,1%, 9,3% en 6,3%.

De laatste maand van het jaar eindigde zonder een eindejaarsrally, maar de markt consolideerde de goede resultaten. Zo daalden aandelen van ontwikkelde landen met bijna 1%, maar wisten  aandelen emerging markets nog 2% te stijgen. De rente steeg in december waardoor de vastrentende portefeuille daalde en een rendement van circa -3.5% behaalde. Het totale portefeuillerendement in december bedroeg -2.2%

Swaprente gestegen, verplichtingen gedaald en vermogen gedaald in december
De rente steeg behoorlijk in december. Door de rentestijging nam de waarde van de verplichtingen af met ongeveer 4,1%.

De grote pensioenfondsen hebben reeds aangekondigd of zij de pensioenen per 1 januari 2025 indexeren en zo ja, met hoeveel. ABP zit aan de hoge kant met 1,84%, BPF Bouw verwacht 0,75% te indexeren, PGB en PME respectievelijk 0,4% en 0,3%. PMT en PFZW indexeren niet. De inflatie over de periode oktober 2023 tot en met oktober 2024 is daarentegen 3,5%. Deze indexatie hebben deze pensioenfondsen al verwerkt in de dekkingsgraad eind 2024, waardoor de dekkingsgraden minder zijn gestegen.

Door de daling van het vermogen in december met circa 2%, was er per saldo sprake van een stijging van de dekkingsgraad van circa 1%, waarbij rekening is gehouden met een stijging van circa 1% van de pensioenverplichtingen veroorzaakt door de toegekende indexaties bij de grote pensioenfondsen.

Terugblik 2024

Indexatie
De dekkingsgraad is in 2024 licht verbeterd ten opzichte van 2023. Voor het gros van de pensioenfondsen is  hierdoor gedeeltelijke indexatie mogelijk. Dit betekent echter niet dat de gepensioneerden kunnen rekenen op een (forse) indexatie. Waar we in 2023 zagen dat fondsen alles aangrepen om te kunnen indexeren, zien we nu veel minder enthousiasme om ruimte op te zoeken. ‘Slechts een handje vol fondsen maakt gebruik van het transitie-FTK dat ruimere indexatiemogelijkheden biedt’, zegt Frank Driessen, Director Wealth, Aon Nederland. ‘Fondsen willen enerzijds de buffers intact houden voor de overgang naar het nieuwe stelsel en anderzijds zien zij op tegen de hoeveelheid werk die met het transitie-FTK gemoeid is.’

Wet toekomst pensioenen
2024 is voor pensioenfondsen met recht het jaar te noemen dat volledig in het teken stond van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Dit was het jaar dat alle transitieplannen gereed moesten zijn en dat was aan sommige onderhandelingstafels een zware dobber. Daarnaast waren de pensioenfondsen volop aan de slag met de voorbereidingen richting het nieuwe stelsel. Het zogenoemde invaardossier is complex  en vraagt veel werk en berekeningen. De sector stond daardoor behoorlijk onder druk. Uiteindelijk is het drie fondsen gelukt om goedkeuring op het invaardossier van De Nederlandsche Bank (DNB) te krijgen. Deze fondsen gaan per 1 januari 2025 over naar het nieuwe stelsel. Het gaat om het fonds voor de Loodsen, PWRI en het pensioenfonds van APG. Andere fondsen gaan op een later moment over naar het nieuwe stelsel. ‘De druk op de sector is gigantisch’, zegt Frank Driessen. ‘Er komt ontzettend veel kijken bij de overgang; naast het overeenkomen van het totale pakket, het doorrekenen daarvan, ook het inrichten van de IT-systemen en de communicatie daarover. Het is een pittige klus, maar de sector mag trots zijn op wat er allemaal bereikt is afgelopen jaar.’

Verhoogde renteafdekking
Gedurende het jaar 2024 verhoogde veel fondsen hun renteafdekking. De gemiddelde renteafdekking ligt inmiddels boven de 70%, waar dat een paar jaar terug nog rond de 40% lag. Volgens Driessen was bescherming van de dekkingsgraad richting het invaarmoment een belangrijk onderwerp dat speelde bij de fondsen. ‘Nu de fondsen er relatief goed voor staan, willen ze dat ook in stand houden, om op moment van transitie aan alle doelstellingen te kunnen voldoen.’ Ook zijn er enkele fondsen die bijvoorbeeld een putoptiestructuur aangaan, om naast het renterisico het aandelenrisico te beperken. De kosten van dergelijke structuren zijn substantieel, waardoor dit geen populaire aanpak is.

Politiek en de Wtp
Vanuit NSC wordt er nog gepoogd om een referendum te introduceren voor de overgang naar het nieuwe pensioen via een initiatiefvoorstel. ‘Wij vinden dit ingewikkeld worden qua timing’, zegt Driessen. ‘Buiten het feit dat al drie fondsen zijn overgegaan en daar dus geen referendum heeft kunnen plaatsvinden, weten wij uit ervaring met Belgische fondsen dat zo’n referendum veel tijd en aandacht vraagt. Vaak overzien en begrijpen deelnemers onvoldoende waar ze voor kiezen, waardoor de uitkomst ongewis is. ‘Als er gedurende de rit extra eisen op tafel komen, maakt dat het proces voor de fondsen extra lastig. Een pensioenfonds is dan aan het schaken op bewegende panelen.’

Communicatie
Met het meer concreet worden van de overgang naar de Wtp komt ook de deelnemer meer in beeld. Onzes inziens is het verstandiger om veel aandacht te hebben voor de deelnemerscommunicatie en de deelnemers goed mee te nemen in de transitie. De wetgever schrijft vier momenten voor waarop er gecommuniceerd moet worden. Dit betreft de publicatie van het transitieplan, de publicatie van het implementatieplan, inclusief communicatieplan op de website van het fonds en het verstrekken van de eerste berekening van de pensioenen in de huidige en nieuwe regeling en de tweede berekening daarvan.

Rechtszaak
Met het invaren van de eerste fondsen heeft ook de eerste rechtszaak in het kader van Wtp zich aangediend. Deze speelde bij het pensioenfonds voor de Loodsen. De deelnemers bij dit fonds zijn op 28 november 2024 geïnformeerd over de overgang naar het nieuwe stelsel per 1 januari 2025. De betreffende deelnemer vond de tijd van een maand te kort om zich voor te bereiden op het nieuwe stelsel. De rechter oordeelde dat de tijd kort was, maar dat uit het pensioenoverzicht blijkt dat het pensioen van de deelnemer ongeveer 8% omhoog gaat en dat er daarmee dus geen tijd nodig is om de uitgaven aan te passen aan een verlaagd pensioen. ‘Wij verwachten dat veel deelnemers bij de overgang een verhoging van hun pensioen tegemoet kunnen zien. Het pensioen gaat weliswaar meer met de economische omstandigheden mee bewegen, maar veel fondsen vormen een reserve om dalingen zo veel mogelijk op te vangen en kunnen de pensioenen verhogen als de rendementen goed zijn.”

Vooruitblik 2025

Bedrag ineens
Na zes keer uitstel zou het dan in 2025 eindelijk zover moeten zijn: de invoering van het bedrag ineens per 1 juli 2025. Een deelnemer kan dan maximaal 10% van het pensioen voor zichzelf ineens ontvangen. Er zijn zorgen over de gevolgen van de opname van een bedrag ineens voor de toeslagen van deelnemers. Grosso modo zou een medewerker met een gemiddelde carrière en een modaal inkomen op de pensioendatum circa € 300.000 aan pensioenvermogen hebben. 10% voor opname ineens is dan € 30.000. “Dat is serieus geld”, zegt Frank Driessen. “Lang niet alle deelnemers kunnen de gevolgen daarvan altijd goed overzien. Dit pleit voor goede communicatie en keuzebegeleiding. Iedere deelnemer zou derhalve een persoonlijk gesprek vóór pensionering moet hebben, om zich goed voor te kunnen bereiden en om de juiste keuzes te kunnen maken.”

Vragen of meer informatie over Wtp?

Wilt u meer weten over wat er allemaal komt kijken bij de Wtp? Kijk dan hier. Of neem contact op met Frank Driessen, director Wealth van Aon Nederland, via frank.driessen@aon.com.


Voor de inhoud en organisatie van onze Academy bijeenkomsten, masterclasses  en communities voor ondernemers en bij de uitvoering van bepaalde dossiers werken we samen met vaste partners. Door deze samenwerking kunnen we gebruikmaken van de kennis, ervaring en faciliteiten van deze bedrijven.

Meer informatie over onze partners >>

"*" geeft vereiste velden aan

 

Met het versturen van deze gegevens ga je akkoord met de wijze waarop wij jouw gegevens verwerken. Privacy statement