Werkgevers en werknemers in Zuid-Nederland maken zich zorgen over het verzoek van minister Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan hogescholen en universiteiten om te stoppen met werving van buitenlandse studenten. Dat staat in een open brief van VNO-NCW Brabant Zeeland, de Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV) en vakbond FNV in een gezamenlijke brief aan de minister. Hoewel zij blij zijn met de aandacht die het kabinet heeft voor de economische ontwikkeling van Zuid-Nederland, staat zijn verzoek haaks op de belangrijke bijdrage van internationale studenten aan onze economie en innovatievermogen. In de brief vragen zij daarom om meer maatwerk voor de hogescholen en universiteiten in Zuid-Nederland als het gaat over internationalisering.
De komende decennia heeft Nederland honderdduizenden nieuwe hoogopgeleide professionals nodig zijn in Nederland. Hogescholen en universiteiten leveren daaraan een belangrijke bijdrage, mede door het opleiden van internationale studenten voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Een groot aantal van deze internationale studenten werkt na 5 jaar nog in Nederland. Al het talent hebben we hard nodig.
De vraag naar goed opgeleide medewerkers speelt in Zuid-Nederland over de volle breedte van sectoren en de tekorten zullen zonder extra inspanningen verder oplopen. Het verzoek van de minister zal daarom niet alleen onze onderwijsinstellingen treffen, maar ook negatieve economische en sociale gevolgen hebben voor het bedrijfsleven in de regio. Dat willen werkgevers en werknemers natuurlijk voorkomen.
Het is begrijpelijk dat de huidige grote en sterk groeiende instroom van buitenlandse studenten tot knelpunten leidt en dat daarom maatregelen aan de orde zijn. Tegelijkertijd zien de betrokken partijen dat die knelpunten niet overal in Nederland gelijkmatig optreden. Zo is de instroom van internationale studenten in Zuid-Nederland niet ‘onbeheersbaar’ en is een toenemende instroom vaak gevolg van beleid en strategische positionering. In deze gevallen komt de kwaliteit en de toegankelijkheid van onderwijs niet ‘onverwacht’ onder druk te staan.
Daarnaast is van een tekort aan studentenwoningen in Limburg geen sprake, en vragen werkgevers in Brabant en Zeeland al jaren juist om méér woonvoorzieningen voor internationale studenten (en medewerkers) en niet om de instroom te verminderen! Tot slot: als het gaat om verminderen van de werkdruk, dan ligt het meer voor de hand om de hoeveelheid bureaucratische en administratieve verplichtingen te beperken dan in het indammen van de instroom van talent.
VNO-NCW Brabant Zeeland, LWV en FNV vragen de minister daarom met klem om bij eventuele toekomstige maatregelen het belang van internationale studenten voor de regionale economie en kennisinfrastructuur in ogenschouw te nemen. Daarbij is het belangrijk dat er voldoende rekening wordt gehouden met de grote regionale verschillen. Deze nuance kwam onvoldoende terug in de beeldvorming rondom het Tweede Kamerdebat van 31 januari jl.
De hoop is dat de minister hier wel aandacht voor heeft in de beslissingen die rondom dit onderwerp worden genomen, en inzet op maatwerk. Door ruimte te bieden aan internationaal onderwijs waar dat kan en alleen daar beheersmaatregelen te treffen waar dat moet, wordt voldoende (ook internationaal) talent opgeleid voor een gezonde arbeidsmarkt in de toekomst. De arbeidstekorten zullen alleen maar verder oplopen als we ons beperken tot het werven van enkel Nederlands talent. Onze samenleving heeft internationale studenten hard nodig en daarom moeten we dit koesteren voor onze economie én gezamenlijke maatschappelijke opgaven.
Neem contact op met Anne Deelen, belangenbehartiger arbeidsmarkt
deelen@vnoncwbrabantzeeland.nl
06-24359180