De krapte op de arbeidsmarkt en de enorme vraag naar zorg die de komende jaren verwacht wordt, maakt, dat het Elkerliek ziekenhuis anders is gaan kijken naar het werk van de verpleegkundige. Innovaties in werk en opleiding maken het vak aantrekkelijker – en de zorg beter, vertelt Eveline de Bont, voorzitter van de Raad van Bestuur van het ziekenhuis.
Eenmaal aan de slag probeert het ziekenhuis die goede sfeer te behouden door te werken met het Lean gedachtegoed, dat mensen zelf aan het stuur zet. Zie je iets wat je niet bevalt? Pak het op. Liggen de spullen die je nodig hebt niet op een handige plek? Dan mag je daar zelf wat aan doen. Zelf roosteren gebeurt al twee jaar. En het ziekenhuis besteedt veel aandacht aan ontwikkeling, vertelt De Bont. ‘Door corona is modulair leren ingeburgerd geraakt. Mensen die geen tijd hadden voor een hele opleiding van anderhalf, twee jaar, kunnen een of twee modules volgen en zo toch een stap maken.’
Technologische innovatie helpt ook om het werk aantrekkelijker te maken voor bestaand personeel, zegt De Bont. Uit onderzoek bleek al dat een betere inzet van de nu al bestaande technologieën voldoende kan zijn om met de bestaande arbeidsmarktkrapte goede zorg te blijven leveren, zowel door het voorkomen van complicaties als door het verlichten van taken.
Zo vroeg het Elkerliek ziekenhuis aan verpleegkundigen, welke taken veel tijd kosten en waar ze beslist geen HBO-V voor hadden hoeven studeren. Iemand wegen was zo’n taak. De Bont legt uit:
De zorg wordt er ook beter op, meent De Bont. Een innovatie uit de coronatijd is de plakker die je op je borst plakt en die iemands vitale functies meet en doorstuurt naar een computer. De Bont: ‘Om niet voor een bloeddrukmeting en de temperatuur een heel pak en bril en gezichtsmasker aan te hoeven doen zijn we daarmee gaan werken. Maar het blijkt ook veel beter te zijn voor de patiënt. Hij hoeft niet meer wakker te worden gemaakt voor de meting. De verpleging krijgt direct een signaal als een patiënt achteruit gaat en kan veel eerder ingrijpen.’
Er gaat niks verloren aan persoonlijk contact, stelt De Bont. Integendeel, de technologie speelt tijd vrij voor dat persoonlijk contact. En het maakt het vak juist aantrekkelijker. De Bont: ‘Het vak van verpleegkundige is zeer in ontwikkeling en de jonge mensen die hier werken zien dat ook. Ze vinden het leuk om zich door die nieuwe technieken te laten ondersteunen in hun werk. Het maakt hun vak uitdagender.’
Ook ondernemers kunnen een rol spelen bij de uitvoering van zorg, en daarmee bijdragen aan het bestrijden van de krapte. De Bont: ‘In de VS is het al normaal dat je voor een bloeddrukmeting naar de plaatselijke drogist of supermarkt gaat. Waarom niet hier? Onze oogartsen hebben een samenwerking opgezet met een aantal optometristen in de regio. De wachttijd voor de oogarts is nu vier maanden. Dat komt onder andere omdat een groot deel van patiënten aandoeningen heeft waar ze echt de oogarts niet voor nodig hadden. Een optometrist had dat prima kunnen oplossen.’ En dat gebeurt nu. De optometrist doet de metingen en verwijst door, of niet. Alle uitkomsten van de oogmetingen gaan naar de oogarts. Die kijkt of hij het eens is met het oordeel van de optometrist. De kwaliteit van de zorg is dus gegarandeerd. Maar hij hoeft zelf geen tijd meer te steken in de uitvoering van de tests, en zijn wachtlijsten zijn korter. De patiënt hoeft het ziekenhuis niet meer in, hij kan gewoon naar de opticien in zijn dorp en hij is veel sneller geholpen.
Tijdens de Maand van de 1000 Voorbeelden worden werkgevers, die kansen bieden aan mensen met een arbeidsbeperking, in het zonnetje gezet en anderen geïnspireerd om hun goede voorbeeld te volgen. Dit is het vijfde jaar op rij dat een Maand van de 1000 Voorbeelden wordt georganiseerd.