Tot 2030 zijn 37.000 extra woningen nodig voor toekomstig personeel in Zeeland. Dat is zeven keer meer dan het aantal woningen dat voor Zeeland genoemd wordt in het concept Nationale Woonagenda. Dat blijkt uit een door het Grote Werkgeversoverleg (GWO) Zeeland* uitgevoerde inventarisatie onder Zeeuwse werkgevers. Om de huidige 10.000 vacatures en de pensioneringsgolf van 25% op te vangen zetten Zeeuwse werkgevers niet alleen in op het werven van personeel in de regio, maar ook daarbuiten, in Nederland en in het buitenland. Daarvoor zijn 55.000 extra mensen nodig, waarvoor veel woningen gebouwd moeten worden. De werkgevers zijn in overleg met de provincie Zeeland om de woningbouwopgave voor de provincie aanzienlijk te verhogen.
Om het woningtekort op te vangen heeft minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een Nationale Woonagenda opgesteld. In een eerste versie staat dat Zeeland 5.100 woningen mag bouwen, 0.5% van de landelijke opgave van 900.000 woningen, terwijl in Zeeland 2,2% van de Nederlandse bevolking woont. Werkgevers geven aan dat er veel meer woningen gebouwd moeten en kunnen worden, zowel voor nieuwe Zeeuwen als voor jonge Zeeuwen die werkgevers ook graag een kans geven op een woning in de regio.
Werkgevers hebben ingezet op een sterke bevolkingsgroei in Zeeland; er is werk en er is ruimte.
Het GWO Zeeland heeft in april een enquête uitgezet onder haar leden. De uitkomsten zijn geëxtrapoleerd naar de Zeeuwse beroepsbevolking (200.000 mensen). De eerste resultaten geven aan dat er voor de huisvesting van toekomstig vast en flexibel personeel tot 2030 naar verwachting zo’n extra 37.000 woningen en ruim 6.000 eenheden flexwonen beschikbaar moeten komen. Het gaat daarbij om nieuwbouw maar ook om transformatie van winkel- en bedrijfspanden naar woningen.
Deze vraag naar woningen van de Zeeuwse werkgevers is een signaal aan de overheid, het ministerie, de provincie en de gemeenten, om meer werk te maken van woningbouw in Zeeland en meer ambitie te tonen bij het opzetten van de woningbouwplannen voor de regio. De werkgevers zullen de resultaten van de inventarisatie bespreken met de provincie om te zorgen dat Zeeland een veel groter aandeel mag leveren bij de nationale woningbouwopgave.
Na de zomer organiseren de werkgevers een werkconferentie om samen met onder meer betrokken overheden, bestuurders en ambtenaren, de Zeeuwse woningbouwagenda verder in te vullen. Daarbij zal ook een kwalitatieve verdeling van de woningbehoefte worden uitgewerkt.
De overheid neemt de regie op de volkshuisvesting. De doelstelling is om in 2030 900.000 extra woningen te hebben gerealiseerd. Het Rijk maakt afdwingbare prestatieafspraken met provincies, gemeenten, corporaties en marktpartijen over het opvoeren van het tempo, nieuwbouw en betaalbare woningen. Nationale doelen worden omgezet in provinciale taakstellingen, regionale woondeals en lokale prestatieafspraken. Deze zijn niet vrijblijvend. Op basis van indicatieve aantallen voor de zomer vinden de eerste gesprekken plaats en zal na overleg met betrokken partijen eind 2022 voor iedere regio duidelijk zijn hoeveel woningen er de komende tien jaar jaarlijks bij komen. Inclusief afspraken wat voor type woningen, in welk segment en op welke locaties.
Het GWO is een informeel overleg waarin directeuren van de grote toonaangevende Zeeuwse werkgevers bijeenkomen voor overleg over uiteenlopende strategische onderwerpen die een gezamenlijk belang betreffen. Het doel is, of eigenlijk de doelen zijn, de positie van Zeeland versterken door het sector-overschrijdend samenwerken, verwoorden en uitdragen van gezamenlijke prioriteiten en agenderen van gezamenlijk gedragen onderwerpen bij overheden en andere stakeholders. Leden van de werkgeversverenigingen VNO-NCW Zeeland en PORTIZ zijn bij het GWO aangesloten.
Erik van Oosten, regiomanager VNO-NCW Zeeland, secretaris PORTIZ T. coördinator GWO-Zeeland,
06 – 2505 1508 of E. oosten@vnoncwbrabantzeeland.nl .