Goed nieuws op het gebied van grenswerkers. Zij kunnen vanaf 1 juli de helft van de tijd thuiswerken, zonder dat het gevolgen heeft voor de sociale verzekeringen. In een kamerbrief gaf minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip deze week een update.
Voor de sociale verzekeringen is een structurele regeling gemaakt die klaarligt voor ondertekening door lidstaten. Een kaderovereenkomst regelt dat werknemers in de woonlidstaat maximaal 49% van de arbeidsduur thuis kunnen werken zonder dat de socialezekerheidswetgeving wijzigt (de werknemer blijft dan verzekerd in de werkstaat). De lidstaten van de Europese Unie moeten vóór 17 april laten weten of ze ermee instemmen. Als Nederland, Duitsland en België dat doen, gaat de regeling per 1 juli in. De minister lijkt zich echt hard te maken voor dit dossier. In april volgt een brief met nadere uitwerking.
Een mooi resultaat van onze lobby. Wat overigens blijvende aandacht vraagt is het fiscale aspect van meer mobiliteit in de grensstreek: er is namelijk nog geen nieuwe regeling voor het voorkomen van dubbele belastingen.