Eindhoven Airport als essentiële verbinding tussen Brainport en andere economische topregio’s. Dat moet het uitgangspunt zijn in de toekomstvisie voor de luchthaven volgens ondernemersvereniging VNO-NCW Brabant Zeeland. Brainport is een van de drie Nederlandse mainports en een economische topregio in Europa. Optimale bereikbaarheid hoort daarbij, inclusief rechtstreekse aansluitingen met andere topregio’s en aansluitingen op hub’s (belangrijke luchtvaarknooppunten). Zowel per vliegtuig als met internationale treinverbindingen op korte afstand. Cruciaal is de reistijd van deur tot deur, wat betekent dat het vliegveld ook per openbaar vervoer goed bereikbaar moet zijn.
08.09.19 Eindhovens Dagblad | Ondernemersorganisatie VNO-NCW: ‘Advies legt Airport teveel beperking op’
De ondernemersvereniging is het eens met de voorgestelde trendbreuk, waarbij de sterke groei van de afgelopen jaren overgaat in een veel gematigder ontwikkeling gebaseerd op die van de Brainportregio. VNO-NCW ondersteunt de strategie van het vliegveld waarin actief wordt ingezet op een kwaliteitsslag met hinderbeperking en per saldo veel lagere groeicijfers. De ondernemersvereniging kan er zich in vinden dat de impact voor de omgeving voortaan leidend is voor de ontwikkeling van de luchthaven. Voorwaarde is wel dat er voldoende speelruimte is voor de luchthaven om enerzijds te gewenste vlootvernieuwing te bewerkstelligen en anderzijds in te spelen op de economische dynamiek.
“Stilstand is achteruitgang, dus enige groeiruimte is wel nodig, om te garanderen dat een topregio als Brainport blijvend verbonden is met andere cruciale vliegvelden”, Ronald Slaats, voorzitter VNO-NCW Eindhoven.
Dit is de kern van de reactie van VNO-NCW Brabant Zeeland op het advies van Pieter van Geel – de proefcasus Eindhoven Airport – aan minister Cora van Nieuwenhuizen, dat op 25 april jl. werd gepresenteerd. Van Geel adviseert Eindhoven Airport een nieuwe fase in te gaan, waarin kwaliteit boven kwantiteit gaat en de regio een grotere invloed krijgt op de ontwikkeling van de luchthaven. Er wordt daarom ingezet op hinderbeperking, bijvoorbeeld door vlootvernieuwing met stillere en zuinige vliegtuigen. Binnen die hinderbeperking is er ruimte voor groei, maar wel tegen de achtergrond van vermindering van de totale milieuhinder.
Oftewel: hoe meer de hinder wordt beperkt, hoe meer er mag worden gevlogen. Het bedrijfsleven kan zich vinden in deze benadering, mits er voldoende ruimte blijft om in te spelen op de economische dynamiek van de regio. De toekomstvisie moet voorzien in voldoende speelruimte voor het vliegveld. Enerzijds om de gewenste vlootvernieuwing te bewerkstelligen, anderzijds om het netwerk van verbindingen met andere economische topregio’s waar mogelijk te verbeteren. Het advies dreigt het vliegveld op dit punt de eerste jaren wel heel weinig ruimte te geven.
Enige groei is ook de wens van de leden van VNO-NCW Brabant Zeeland, zo bleek tijdens een eerdere bijeenkomst over de toekomst van het vliegveld. Tenslotte wordt de visie van Van Geel onderschreven dat inbedding van het vliegveld in de regio een verbeterslag kan ondergaan, met inbegrip van voldoende draagvlak in de directe omgeving van het vliegveld.
Voor vragen kunt u terecht bij Tijmen Bergen, manager communicatie. 06-59922422, bergen@vnoncwbrabantzeeland.nl