Voor de meeste van ons is het vanzelfsprekend dat goederen van A naar B komen, fabrieken worden bevoorraad met grondstoffen en winkelschappen gevuld blijven. Dat is een goed teken, want vaak staan we pas stil bij bevoorradingsketens zodra er iets misgaat. Toch is het belangrijk om ook als het goed gaat stil te staan bij de enorme hoeveelheid werk die er achter de schermen wordt verzet. In de coulisse zorgt een leger aan ondernemers en werknemers ervoor dat anderen zich geen zorgen hoeven te maken over goederenvervoer. Erwin Lourier, bestuurslid van VNO-NCW in Breda, is een van die ondernemers. Als commercieel manager van een op- en overslagbedrijf met BRZO-status en een eigen douanedepot, weet hij als geen ander dat logistiek meer is dan spulletjes van A naar B brengen.
Als zoon van de grondlegger van Loodet is Erwin opgegroeid met ondernemerschap. Door de jaren heen wist hij zijn plekje in het familiebedrijf te vinden. Hij ging zich richten op de commerciële kant, terwijl zijn broer de operationele kant voor zijn rekening neemt.
Vanwege zijn binding met bedrijventerrein Hazeldonk en zijn betrokkenheid met ondernemers in de regio werd hij uitgenodigd om plaats te nemen in het bestuur van VNO-NCW Breda. ‘Het is een prachtige kans om in contact te komen met andere ondernemers en elkaar verder te helpen. Behalve dat je als bestuurslid van VNO-NCW Brabant Zeeland heel makkelijk op collega-ondernemers af kunt stappen, stappen ze ineens ook op jou af. Je hoort niet alleen van alle kanten wat er speelt, maar kunt er vanuit die rol als bestuurder ook echt iets mee doen. We blijven ondernemers, dus gelukkig wordt er lang niet alleen maar gepraat.’
Loodet is vanwege de stoffen waarmee men werkt niet zomaar een op- en overslagbedrijf. De term BRZO verwijst naar het Besluit Risico’s Zware Ongevallen, maar wat zijn in de praktijk nou de gevolgen van zo’n BRZO-status? Lourier vertelt graag wat het betekent voor hem en zijn bedrijf: ‘We hebben een BRZO-status omdat wij met stoffen werken waar extra zorgvuldig mee om moet worden gegaan. Deze stoffen staan te boek als gevaarlijk, maar als samenleving kunnen we niet zonder. Ze moeten dus beschikbaar zijn, maar mogen geen gevaar vormen voor de veiligheid of de volksgezondheid. Als BRZO-bedrijf is dat een van onze belangrijkste taken: zorgen dat gevaarlijke stoffen op een veilige manier beschikbaar blijven. We moeten ons daarbij aan strikte regels houden en worden ook regelmatig gecontroleerd. Dan wordt tot in het kleinste detail getoetst of we aan de regels voldoen. Als het bordje bij de brandblusser verkeerd hangt, word je daarop aangesproken.’
Als logistiek dienstverlener zou Lourier graag zien dat er geïnvesteerd wordt in de verduurzaming van goederenvervoer. Het gaat dan niet alleen om vrachtwagens op elektriciteit of waterstof, maar ook om transport over het spoor en het water. ‘Nu gaan containers van Antwerpen met de trein naar Rotterdam, waar wij ze vervolgens op moeten halen. Het feit dat die container onderweg door mijn spreekwoordelijke achtertuin komt is natuurlijk verre van optimaal.’ Lourier verwacht echter niet dat die trein binnenkort ook op Hazeldonk stopt: ‘Daar is zoveel daadkracht en investering voor nodig dat het een klein wonder mag heten als je dat voor elkaar krijgt. Op zulke wondertjes mag je hopen, maar je mag er niet op anticiperen.’
Lourier ziet tot zijn genoegen dat er veel wordt geïnvesteerd in vervoer over het water. Ook daar is de investeringsdrempel hoog. Toch ziet Lourier hier goede kansen: ‘De binnenvaart was altijd al een belangrijke succesfactor voor Nederland en Europa, lang voordat de eerste snelweg werd aangelegd. Daar liggen nog steeds kansen en die worden ook verzilverd. We zien transport over het water gigantisch groeien. De benodigde investeringen zijn groot, maar de resultaten zijn naar verhouding. Andere modaliteiten kunnen nou eenmaal niet op tegen de enorme massa die je op een schip kunt vervoeren.’
Meer dan 80% van alle goederen die in Nederland worden vervoerd gaat echter nog steeds over de weg. Ondanks zijn pleidooi voor verduurzaming blijf Lourier dan ook waakzaam. Hij legt uit: ‘Spoor en water bieden geweldige kansen, maar reiken niet tot aan de deur. Voor die laatste kilometers blijf je afhankelijk van wegen en vrachtwagens. Het gaat vaak over hoe vies en hinderlijk die vrachtwagens zijn, maar nooit over wat er gebeurt als ze niet meer rijden. Natuurlijk ben ik voor de duurzamere alternatieven, maar we moeten wel zorgvuldig zijn. Elektrische vrachtwagens zijn nog niet voldoende doorontwikkeld en andere modaliteiten – vervoer over het water en het spoor – vereisen enorme investeringen. Dat betekent dat we die dieseltrucks voorlopig echt nodig hebben om de samenleving draaiende te houden.’
Is het dan een noodzakelijk kwaad? Lourier verduidelijkt: ‘Het is een kwestie van balans. Natuurlijk zijn we ambitieus als het gaat om verduurzaming, maar dat mag niet ten koste gaan van de uitvoerbaarheid. We zetten in op het hoogst haalbare, niks meer en niks minder.’
In onze reeks Bestuursleden in de spotlight laten we je graag kennismaken met de bestuursleden van VNO-NCW Brabant Zeeland door de regio’s heen. Dit zijn stuk voor stuk gedreven ondernemers en directeuren die naast hun bedrijf ook voor het algemene ondernemersbelang opkomen via hun actieve rol binnen onze vereniging.
Ben je nieuwsgierig naar wat onze vereniging voor jou en jouw bedrijf kan betekenen? Wil je graag een keer vrijblijvend deelnemen aan een (online) bijeenkomst? Neem dan rechtstreeks contact op met Susanne Lambregts, lambregts@vnoncwbrabantzeeland.nl.