VNO-NCW Brabant Zeeland verbaast zich en spreekt haar zorgen uit over het voorgenomen beleid van de provincie Noord-Brabant om ongebruikte stikstofruimte van bedrijven in natuurvergunningen in te trekken. Met het besluit gaat de provincie voorbij aan de bedrijfsmatige noodzaak van de industrie om die stikstofruimte te hebben en blokkeert bovendien investeringen die zorgen voor verduurzaming en afname van de stikstofuitstoot. Daarnaast liggen bijvoorbeeld onze woningbouw en verbetering van onze bereikbaarheid nog langer stil.
“Dit beleid helpt zowel de maatschappij als de natuur niet vooruit en belemmert de energietransitie en economische groei,” aldus Jan van Mourik, VNO-NCW Brabant Zeeland. “Een betere balans tussen natuur, duurzaamheid én economische ontwikkeling is echt van cruciaal belang.”
Veel bedrijven hebben tijdelijk extra stikstofruimte nodig om te investeren in verduurzamingsinitiatieven. Deze initiatieven leiden na realisatie juist tot een structurele vermindering van stikstofemissies en dragen bij aan een circulaire en duurzame economie.
Het voorstel van de provincie Noord-Brabant kan het probleem vergroten in plaats van verkleinen. Het risico dat tijdelijk ongebruikte stikstofruimte als ‘overbodig’ wordt beschouwd en bedrijven deze ruimte kwijtraken, ligt op de loer.
De bedrijfsmatige ademruimte is voor veel bedrijven van groot belang. Veel bedrijven veroorzaken op dit moment al minder stikstofuitstoot dan hun natuurvergunning toestaat. Seizoenscycli of andere onregelmatige productiepatronen liggen daaraan ten grondslag.
Het voorstel staat haaks op de nationale en Europese doelstellingen om procedures te versnellen voor de uitrol van hernieuwbare energiebronnen. Bovendien worden vooral sectoren die bijdragen aan de energietransitie, zoals de energiesector, hierdoor mogelijk belemmerd.
De provincie Noord-Brabant voert al jaren een strenger stikstofbeleid dan andere provincies door het verbod op extern salderen, een belangrijke methode om stikstofruimte over te dragen zonder schade aan de natuur. Dit heeft geleid tot stilstand van talrijke grote bouwprojecten, waaronder investeringen in industrie, woningbouw en infrastructurele werken.
“Extern salderen biedt juist kansen om vergunningverlening vlot te trekken zonder dat de natuur hieronder lijdt,” zegt Jan van Mourik, manager belangenbehartiging bij VNO-NCW Brabant Zeeland. “Recente uitspraken van de Raad van State, zoals bij ViA 15, tonen aan dat er meer mogelijkheden zijn dan de provincie momenteel erkent. Het is essentieel dat dit ‘onnodige stikstofslot’ wordt opgeheven.”
De voorgestelde maatregel om ongebruikte stikstofruimte in te trekken, raakt bedrijven die ruimte nodig hebben om te verduurzamen. Veel bedrijven investeren in structurele stikstofreductie, wat tijdelijk en kortdurend meer stikstofruimte vraagt. Projecten die uiteindelijk juist bijdragen aan een circulaire en duurzame economie en structurele stikstofreductie. Het intrekken van ruimte kan deze verduurzamingsplannen blokkeren en werkt averechts.
Daarnaast wijst VNO-NCW Brabant Zeeland erop dat ongebruikte stikstofruimte niet eenvoudig te definiëren is. Bedrijven hebben vaak minder uitstoot door productiecycli of seizoensgebonden fluctuaties. Deze flexibiliteit is essentieel voor hun bedrijfsvoering.
VNO-NCW Brabant Zeeland roept de provincie op om te kijken naar wat wél mogelijk is en bedrijven met duurzame plannen niet in de weg te staan en heeft VNO-NCW Brabant Zeeland aan haar zijde bij realistische plannen.
Neem dan contact op met Jan van Mourik, manager belangenbehartiger, via mourik@vnoncwbrabantzeeland.nl