Ondanks de zomervakantie draait het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) op volle toeren. In de centrale hal is het een komen en gaan van patiënten, medewerkers en bezoekers. Voor het gesprek met Prof. Dr. Bart Berden (62) verplaatsen we ons naar zijn kantoor. Bij koffie en een Brabants worstenbroodje geeft de zorgbestuurder zijn uitgesproken visie op het tekort aan verpleegkundigen en deelt hij zijn visie hoe zijn ziekenhuis met 6.300 medewerkers hierop inspeelt. ‘We moeten de dissatisfiers opheffen in het werk van een verpleegkundige. Om daarachter te komen, spreken we met iedereen die bij ons werkt en vertrekt. Wij inventariseren waar het knelt en proberen dat op te lossen.’ Bart verduidelijkt de situatie met een mooie beeldspraak: ‘Er zitten op dit moment nog steentjes in de schoen van een verpleegkundige. Wij moeten ervoor zorgen dat onze mensen het werk inspirerend en uitdagend blijven vinden en daarvoor adequaat beloond worden.’
Foto’s: Joris Buijs Fotografie ©
Bart groeide op in een familie met zowel hulpverleners als ondernemers. Functies die hij dagelijks combineert is zijn rol als voorzitter van de Raad van Bestuur. ‘Als middelbare scholier vond ik zingeving erg belangrijk, ook al kende ik die term amper. De studie medicijnen sloot daar naadloos op aan.’ Nadat hij zich aanvankelijk een toekomst zag als cardioloog, leidde de vervolgstudie bedrijfskunde hem naar een functie bij het toenmalige ministerie van VWS. ‘Gedurende een eerder en langdurig verblijf in India raakte ik overtuigd dat het beter maken van een individu, meer inhoudt dan één-op-één zorg. Goede zorg gaat ook over structuren en systemen in de zorgsector.’ Bart ontpopt zich als bestuurder en beschikt over de kwaliteit om met beperkte informatie beslissingen te nemen.
Bart is somber over het aantal voormalige verpleegkundigen dat in de zorg actief blijft, nadat zij in coronatijd tijdelijk hebben geholpen. ‘Al hebben zij opnieuw mogen ervaren wat werken in de zorg betekent. Bijdragen aan de noden van je naasten en appellerend aan het gevoel voor compassie en solidariteit’, voegt hij toe. Het ETZ kiest ervoor om te inventariseren onder welke voorwaarden medewerkers hun werk leuk blijven vinden. ‘Tijdens voortgangsgesprekken en exitgesprekken stellen we deze vraag. Negatieve satisfiers zoals onderbetaling in de zorg, tijdelijke contracten, de status van de functie van verpleegkundige en de toenemende bureaucratische aspecten van het werk moeten we opheffen’, benadrukt Bart. Het ETZ biedt medewerkers daarnaast motivatoren zoals een persoonlijk ontwikkelingstraject, gericht op behoud én verbetering van de kwaliteit. De instelling zoekt daarbij de balans tussen ‘trust and control’.
Het ETZ probeert de groei in het aantal schaarse verpleegkundigen af te vlakken door rationalisering en robotisering van het werk. Bart licht toe: ‘Door de leerkracht van machines te verrijken met kunstmatige intelligentie, kunnen we bijvoorbeeld foto’s laten beoordelen. Daarmee optimaliseren wij de zorg voor patiënten en verkorten de tijd van het verblijf in het ziekenhuis.’ Maar de organisatie ontkomt er niet aan om nieuwe medewerkers aan te nemen. ‘Wij moeten de functie van verpleegkundige steeds een goed appeal geven’, vindt Bart. De functie kent meerdere differentiaties. Deze opleidingen moeten we goed uitdragen. De één spreekt de opleiding van ambulanceverpleegkundige aan, de ander wil op een IC werken.’ De zorgbestuurder hoopt ook dat zingeving, als component van het werk, een rol speelt. ‘Als je in jouw omgeving iets meemaakt, dan stel jij je de vraag “wat is mijn bijdrage aan de gemeenschap”. Dat kan nieuwe verpleegkundigen aantrekken. Al is de wereld geTikTokiseerd, waarden als gemeenschapszin zijn nog altijd relevant.’
Als afsluiting van het gesprek komt Bart nog een keer terug op het salaris van een verpleegkundige. ‘Ik maak me oprecht zorgen. De éénmalige bonus werd als een aardige geste gezien. Met de huidige salarisstructuur kan de gemiddelde verpleegkundige amper nog een huis kopen. Hierdoor destabiliseert hun vertrouwen, zienswijze en uiteindelijk hun leven. Dat erodeert en moet een signaal zijn aan de maatschappij om na te denken over de juiste salariëring.’ Bart sluit optimistisch af: ‘Als het nodig is, zijn we creatief. Dat is ook in de coronatijd gebleken. Ons reactief vermogen is hoog en leidt altijd tot oplossingen.’
Brabants worstenbroodje van Bakkerij Theo Pastoor, Sint Josephstraat 70 in Tilburg
Vader en zoon Pastoor maken ambachtelijke worstenbroodjes. De bakkers wikkelen handmatig deeg rond het vlees. Door dit met je handen te doen, is het model anders en zit het deeg dunner om het brood. Op deze manier maak je het mooiste worstenbrood. De bakkerij viel al vele malen in de prijzen en het worstenbrood behoort steevast tot de beste 10 van Brabant.