Een opmerkelijk geluid uit Zeeland. In plaats van de krimpende Zeeuwse arbeidsmarkt te bevechten zegt agro-onderneming Cargill in Sas van Gent: accepteer het maar en leer je bedrijf te runnen met minder mensen.
Tekst: Paul Welling | Foto’s: Joris Buijs Fotografie ©
Vergrijzing en ontgroening. Het zijn bekende begrippen in Zeeland. Er zijn in de Zeeuwse bedrijven te veel oude werknemers die afzwaaien en te weinig jonge mensen om hen op te volgen. Veel jongeren gaan buiten de provincie studeren en keren niet meer terug op de Zeeuwse arbeidsmarkt. Al jaren wordt in de provincie van alles gedaan om het tij te keren, maar de resultaten zijn onvoldoende. Daarom lossen veel Zeeuwse bedrijven hun personeelstekort voorlopig op met arbeidsmigranten. De vraag is alleen hoe toekomstbestendig dit is. Maar ja, wat moet je anders? Daar heeft Leon Kalle van Cargill wel een antwoord op.
Kalle is site manager van Cargill Starches Sweeteners & Texturizers in het Zeeuws-Vlaamse Sas van Gent. De vestiging produceert zetmelen, zoetstoffen en bindmiddelen voor de Amerikaanse multinational, die met 155.000 medewerkers in 70 landen en een omzet van 115 miljard dollar een van de grootste familiebedrijven in de mondiale voedingssector is. In Nederland werken 2.200 mensen bij diverse vestigingen van Cargill. De vestiging in Sas van Gent biedt werk aan 340 vaste krachten. Maar dit aantal staat onder druk, zegt Kalle: ‘De gemiddelde leeftijd van onze medewerkers is 55 jaar. Wij hebben dus veel oudere werknemers. Dit betekent dat wij de komende vijf jaar tussen de 40 en 70 medewerkers nodig zullen hebben. Dat is enorm voor een organisatie van onze omvang. Wij denken bovendien dat we van elke drie vacatures er maar twee zullen kunnen invullen. En dit geldt niet alleen voor ouderen, maar voor alle leeftijden. Concreet houdt dit in dat ons totaal aantal vacatures met 30% zal inkrimpen. Ik noem dit: van 3 naar 2. Voor het werk dat eerst drie mensen deden, zullen straks maar twee mensen beschikbaar zijn. Hoe vang je dit op?’
Als Cargill op volle bezetting wil blijven draaien, dan zal die 30% ergens gevonden moeten worden. De oplossing ligt voor de hand: ook Cargill Sas van Gent zal veel arbeidsmigranten moeten aantrekken. Probleem is alleen: die zijn al in de prognoses verwerkt. Kalle: ‘Als wij zeggen dat we van de drie vacatures er maar twee kunnen invullen, dan is één van die twee al een arbeidsmigrant. We scouten momenteel in België, waar het werkloosheidscijfer iets hoger is dan in Nederland. In andere bedrijfstakken heeft men ook goede ervaringen met arbeidsmigranten uit Spanje en Portugal. In Oost-Europa worden mensen zelfs speciaal opgeleid om ze uiteindelijk hier aan een baan te helpen. Maar de hele industrie zit om die mensen te springen. Het zou al heel mooi zijn als wij die tweede vacature door een arbeidsmigrant kunnen laten invullen. Het is echter uitgesloten dat wij ook nog voor die resterende 30% voldoende arbeidsmigranten kunnen vinden. Dus zitten we nog steeds met een groot tekort.’
Waar moeten die werknemers dan wél vandaan komen? De laatste tientallen jaren hebben het bedrijfsleven, overheden en onderwijsinstellingen samen veel initiatieven ondernomen om Zeeuwse jongeren voor de maakindustrie te interesseren. Zet dat inmiddels zoden aan de dijk? ‘Die gezamenlijke projecten leveren wel wat op, maar ze kunnen niet tegen de ontgroening op’, aldus Kalle. ‘Zelf richten wij ons sinds een paar jaar vooral op het werven in onze omgeving. Mensen aannemen uit de Randstad of verder werkt namelijk niet, omdat deze mensen vaak niet willen verhuizen en het dienstverband hierdoor meestal van korte duur is. In onze regio zit op elke school wel een leerling wiens vader, moeder, oom of tante bij Cargill werkt. Dus onze naam is bekend. We zijn ook betrokken bij allerlei activiteiten op basisscholen en ROC’s. We sponsoren de voedselbank, speeltoestellen op een basisschool, de plaatselijke voetbalclub en andere maatschappelijke projecten. Ook stellen we meer stageplekken beschikbaar. Vooral dit laatste heeft geholpen om de instroom van jongeren in ons bedrijf iets te vergroten. Maar het is nog lang niet genoeg.’
Omdat het er niet naar uitziet dat Cargill Sas van Gent nu of in de toekomst voldoende werknemers zal kunnen aantrekken, heeft het bedrijf een fundamentele beslissing genomen, zegt Leon Kalle: ‘Wij willen niet blijven hangen in de ijdele hoop dat het misschien ooit goed komt. Wij willen doorgaan. Daarom hebben we besloten om de krimp te accepteren en ons bedrijf te hervormen zodat we ook met 30% minder mensen ons werk kunnen doen.’ Kalle nam dit besluit al drie jaar geleden en was bezig met het uitwerken van de ideeën, toen covid kwam. ‘Door de coronacrisis moesten wij op minimale bezetting draaien. Dit kwam dicht in de buurt van minus 30%. Corona bleek voor ons een onbedoelde testcase om onze hervormingsideeën te bevestigen en ook te leren wat er nog beter kan. Het heeft ons echt geholpen om straks van 3 naar 2 te kunnen gaan.’
Het draaien op een definitieve minimale bezetting lijkt dus haalbaar. Maar is het risico niet te groot? Kalle: ‘Dat gaan we zien. We gaan onze mensen in elk geval breder opleiden, zodat zij naast hun eigen functie ook kennis hebben van een functie op een andere afdeling. Hierdoor kunnen we elkaar opvangen en creëren we flexibiliteit. Maar we zullen alles in de praktijk moeten gaan ontdekken. Eén ding is zeker: de tijd van afwachten en hopen is voorbij. We kunnen niet blijven hangen in dingen die we al tientallen jaren doen en onvoldoende werken. We moeten nú iets ondernemen om te voorkomen dat we straks in de problemen komen omdat we de mensen niet hebben. Tijdens covid merkte het hele bedrijfsleven dat je als organisatie in korte tijd iets heel bijzonders kan doen. Dit gaan wij bij Cargill opnieuw bewijzen.’
‘Leons kijk op de krimpende arbeidsmarkt is verfrissend’, zegt Chantal de Jonge. Zij is een van de projectleiders van het project Blik op de Toekomst van VNO-NCW Brabant Zeeland en vroeg Leon Kalle om zijn verhaal te vertellen. ‘Het vergt echt ondernemerschap om een nieuwe realiteit te accepteren en daar eigenzinnige oplossingen voor te bedenken. Ik weet zeker dat het andere ondernemers inspireert. Maar tegelijk is het een luidklinkend signaal dat we nog veel meer kunnen doen om de arbeidsmarkt in Zeeland te verbeteren. Zo willen Zeeuwse ondernemers een sterkere aanzuigende werking van goede MBO- en HBO-opleidingen op het gebied van food, techniek en energiemanagement, dé competenties waarop de provincie zich kan onderscheiden. Hier moeten we ons in Zeeland met zijn allen nóg harder voor maken.’
De coronacrisis zorgt ervoor dat bedrijven na moeten denken over hun werknemers en hun personeelsbeleid. Daarbij zijn er grote verschillen. Er zijn sectoren waar banen, tijdelijk of structureel, verdwijnen. Er zijn ook werkgevers die nog steeds staan te springen om nieuwe medewerkers. Beide groepen staan voor een verschillende uitdaging. Het project Blik op de Toekomst helpt ondernemers met die uitdaging. Lees meer >>