Tijdens het Debat van het Zuiden waren de politici lovend over het regionale bedrijfsleven. Terecht, want we dragen fors bij aan de welvaart van Nederland. Op het gebied van innovatie en export zijn we koploper. Dat is een verdienste van Brabant en Zeeland als geheel, alle schakels in de keten, bedrijven, overheid en kennisinstellingen. Werkgevers, werknemers, burgers en bestuurders, samen hebben we van onze provincies iets bijzonders gemaakt. Brabant en Zeeland verdienen dan ook een prominente plek op de Haagse agenda’s. Die krijgen we gelukkig ook steeds vaker.
Veel van onze bedrijven zitten echter nog in een moeilijke periode. Het einde van de coronacrisis is in zicht, maar daarna komt toch echt de periode van herstel. Dat betekent dat wij als bedrijfsleven op ongekende wijze onze schouders onder de economie zullen zetten, zodat onze regio sterker uit de crisis komt. Wij nemen onze verantwoordelijkheid en veel lijsttrekkers gaven aan ons daarin te steunen. Goed om te horen maar het moet ook blijken uit de daden. Het feit dat bijna ieder partijprogramma dat het CPB doorrekende tot hogere lasten voor het bedrijfsleven leidt, gaat daarbij niet helpen. We begrijpen dat de overheid de geleverde financiële ondersteuning terug moet halen, maar het is belangrijk om de economie niet bij voorbaat de wind uit de zeilen te nemen.
Als bedrijfsleven staan we achter een samenleving waarin iedereen zich thuis voelt. Dat blijkt des te meer uit de nieuwe visie die VNO-NCW onlangs presenteerde: Ondernemen voor een Brede Welvaart. We willen dat Nederland succesvol en welvarend blijft, met meer aandacht voor duurzaamheid en inclusiviteit. Sociaal, inclusief en duurzaam ondernemerschap betekent echter investeren in het bedrijfsleven want werken aan ons gezamenlijk verdienvermogen staat aan de basis van onze Brede Welvaart.
Onderwijs
Onderwijs is nog steeds een topprioriteit. Succes is een momentopname, dat houd je vast door te investeren in de toekomst. We moeten blijven investeren in kennis en innovatie op het hoogste niveau en samenwerking blijft daarbij het sleutelwoord. Investeren in onderzoek en kennisontwikkeling bij onze topuniversiteiten moet worden uitgebreid, ik stel voor om alle universiteiten in Nederland gedurende vijf jaar € 100 miljoen extra ruimte te geven hiervoor. Dat kost € 7 miljard maar is de beste investering in ons verdienvermogen en ons welzijn over tien jaar. Daarnaast moeten we samen de behoefte aan goed, praktisch geschoold personeel invullen. Niet alleen in de steden, maar ook in de dunbevolkte of minder goed bereikbare regio’s in Brabant en Zeeland. We werken als bedrijfsleven graag samen met de overheid en het onderwijs om te zorgen dat we ook in vakmanschap uitblinken. Dat betekent samen zorgen voor stages, maar ook samen werken aan het imago van praktische beroepen en zorgen voor voldoende geld om technische opleidingen overeind te houden.
In de tweede plaats moet het bedrijfsleven ook fysiek de ruimte krijgen en goed bereikbaar blijven. Brabant en Zeeland zijn nooit af. We hebben nieuwe woningen nodig, maar moeten ook blijven investeren in het openbaar vervoer en het wegennet. Het OV, of liever nog het HOV (Hoogwaardig Openbaar Vervoer), is belangrijk, want het is een onmisbaar onderdeel van duurzaam en toekomstbestendig reizen. Het verbindt stad en land, maar brengt ook het buitenland dichterbij. Dat we de auto steeds vaker laten staan, maakt investeringen in het wegennet niet overbodig. Bijna alle goederen die vanuit de haven van Rotterdam over Europa worden verdeeld komen bijvoorbeeld door Brabant. Spoorlijnen, waterwegen, wegen: miljoenen Europeanen vertrouwen op onze infrastructuur. Daar komt een verantwoordelijkheid uit voort die we niet uit de weg mogen gaan. Van de politiek in Den Haag verwachten we niet alleen morele steun, maar ook de financiële middelen die de komende jaren nodig zijn.
Sinds een recente uitspraak van de Raad van State is een belangrijk punt van aandacht en frustratie nog hoger in onze prioriteit gekomen: de stikstofimpasse. We vroegen al eerder aandacht voor de economie die door gebrek aan ontwikkelruimte op slot dreigt te gaan. Bijvoorbeeld in de havengebieden -we hebben er twee in onze regio- zien we dat er eenvoudigweg geen bedrijven meer bij mogen. Nu weten we dat ook dat de aanleg van nieuwe infrastructuur enkel op de stikstofproblematiek nagenoeg stil ligt. Of het nu de A58 is ter hoogte van Breda, het Wilhelminakanaal in Tilburg of de spoorlijn die in Vught de N65 kruist, overal staan belangrijke projecten on hold. Zelfs investeringen die aantoonbaar bijdragen aan verduurzaming door schoner vervoer of meer duurzame gebouwen worden belemmerd. Dat zorgt voor een neerwaartse spiraal voor alle bedrijven in de logistiek, de bouw en de aanleg van infrastructuur. Dat kunnen we ons echt niet permitteren. Ik snap dat het stikstofprobleem erg ingewikkeld is, maar in een innovatief land als Nederland kunnen we iets beters bedenken dan het land simpelweg op slot te gooien. Voor dit soort zaken hebben we vanuit Den Haag meer nodig dan mooie woorden: zet de stikstofimpasse hoog op de agenda en los deze voortvarend op.
Ik wens de informateur wijsheid en sterkte toe met de formatie van een nieuw kabinet. Als Zuid-Nederlands bedrijfsleven staan we klaar om onze bijdrage te leveren. Ik hoop dat we samen een daadkrachtig gevolg kunnen geven aan al de mooie woorden die ik heb gehoord tijdens de afgelopen verkiezingscampagnes.
Eric van Schagen
Voorzitter VNO-NCW Brabant Zeeland