De commissie Borstlap presenteerde onlangs haar rapport met adviezen over de toekomst van de arbeidsmarkt. Dit rapport wordt als belangrijke input gezien voor het kabinet. Als ondernemersvereniging zijn wij dagelijks bezig met de toekomst van werk(geverschap) en wat dit betekent voor jou als ondernemer. Wij geven je daarom een opsomming van de belangrijkste aanbevelingen van de commissie-Borstlap en onze reactie daarop.
Wat stelt de commissie-Borstlap voor?
- Scholing: een persoonlijk ontwikkelbudget voor iedereen bij geboorte.
- Zelfstandigenaftrek: belastingvoordelen voor zelfstandigen worden afgebouwd
- Premies: hogere werkgeverspremies voor flexwerkers
- Minimumloon: een hoger wettelijk minimumloon voor flexwerkers
- Ontslagrecht: bij bedrijfseconomische omstandigheden meer ruimte om functie, arbeidsplaats en werktijd aan te passen
- Uitzendwerk: maximaal 26 weken, alleen voor piek en ziek
- Contracten: tijdelijk contract mag maximaal twee jaar duren
- WW: de uitkering voor ontslagen werknemers wordt korter en hoger
- Ziekte: één jaar loondoorbetaling bij ziekte door werkgevers in plaats van twee
- Arbeidsongeschiktheid: een basisverzekering voor alle werkenden die een jaar niet hebben kunnen werken.
Reactie VNO-NCW Brabant Zeeland
- We vinden het positief dat de commissie Borstlap aandacht besteedt aan de noodzaak van scholing en ontwikkeling. De wereld om ons heen verandert, dus we moeten mee-ontwikkelen. Dat geldt voor iedere ondernemer, maar ook voor iedere werkende. Borstlap adviseert om de transitievergoeding in het ontwikkelbudget te storten – een aanpassing waar wij in 2016 via ons programma Personeelsbeleid in Transitie (PIT) al voor pleitten. Ook het idee van een individuele begeleiding op de arbeidsmarkt (met bijvoorbeeld loopbaanadvies en een loopbaan-APK) wordt terecht weer voorgesteld.
- Er is aandacht voor de toegenomen flexibilisering: de commissie geeft aan dat er meer scholingsmogelijkheden moeten komen voor álle werkenden. Wij onderschrijven de gedachte dat kennis en vaardigheden up-to-date houden medewerkers evenveel zekerheid biedt -of misschien wel meer- dan een vast arbeidscontract.
- Minder enthousiast zijn we over het advies om flexwerk opnieuw duurder te maken. Borstlap noemt het verhogen van de werkgeverspremies in de sociale zekerheid, een hoger wettelijk minimumloon en een minimum aantal betaalde uren per kwartaal voor oproepcontracten daarbij als mogelijkheden. Echter, de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) heeft flexibele arbeid ook al duurder gemaakt. Voor veel sectoren met seizoenswerk of sterk fluctuerende bedrijvigheid zou dit ernstige consequenties hebben voor de bedrijfsvoering en dus de werkgelegenheid.
- In het verlengde hiervan pleit de commissie voor ‘drie smaken werkenden’: iemand is een werknemer met een contract, een uitzendkracht, óf een zelfstandige. Een persoon die voor een bedrijf of organisatie werkt, is in principe werknemer ténzij het aantoonbaar om een uitzendopdracht gaat of ténzij de opdrachtgever kan aantonen dat de werkende echt een zelfstandige is. Wat de wens is van de werkende of de werkgever wordt daarmee irrelevant. Dit lijkt ons niet in de huidige tijd passen en het beperkt een groep zelfstandigen aanzienlijk in de keuzevrijheid.
- Over het voorstel om de wendbaarheid binnen onderneming te vergroten zijn we positief. Volgens Borstlap moet het eenvoudiger worden om, wegens bedrijfseconomische omstandigheden, de functie, arbeidsplaats en werktijd van werknemers aan te passen. Ook zou, na goedkeuring door het UWV, deeltijdontslag moeten kunnen worden opgelegd, zo is het voorstel. Zo zou er minder een beroep gedaan te worden op flexkrachten.
Vragen?
Bij vragen over de adviezen van commissie-Borstlap, of onze reactie daarop, kun je terecht bij Anne Deelen, belangenbehartiger Arbeidsmarkt en onderwijs, e. deelen@vnoncwbrabantzeeland.nl.
Standpunten Arbeidsmarkt en onderwijs